Ronella Storyteller

Voor jou

Voor jou!

Op het moment dat ik je zag, had ik m’n oordeel al klaar. Tattoo’s op je armen, in je nek, zelfs in je gezicht. Een grote dikke zilveren ketting, zwarte pet op. In het dagelijks leven zou ik met een boog om je heen gelopen zijn. Nu had ik echter de vrijmoedigheid om je een roos aan te bieden. Met een glimlach nam je die aan en je begon gelijk te vertellen. Dat jij je neef bij de spoedeisende hulp had gebracht omdat hij geprobeerd had een einde aan zijn leven te maken. Dat jij hem vanochtend had gevonden én dat dit niet de eerste keer was. Dat je neef twee eerdere pogingen had gedaan en jij steeds degene was die op tijd kwam. Tussendoor glimlachte je wat en bleef je vertellen. Dat je broer en tante een einde aan hun leven hebben gemaakt. Dat een vriend ook suïcidaal is en dat zijn familieleden hun hoop op jou gevestigd hebben dat jij hem steeds weer zal redden. Zoals je zelf aangaf ‘die last is heel zwaar om te dragen’. Ondertussen viel mijn oog op een tattoo op je rechter-onderarm: een doodskist met een kruis. Ik zei: ‘Wat een bijzondere tattoo.’ Jij vertelde dat de dood helaas een grote ‘rol’ speelt in je leven maar dat het kruis jouw houvast is. Wat voelde ik me op dat moment klein worden omdat ik je al bestempeld had als een potentiële bekeerling. ‘Ik bid wel maar ik lees niet veel uit de Bijbel want die is maar door mensen geschreven’. ‘Maar de Bijbel is wel door God geïnspireerd’, probeerde ik nog. Je glimlachte wat: ‘God en ik hebben een bijzondere relatie. Samen komen wij er wel uit.’ Ik proefde de oprechtheid en wist ook dat ik jou niet moest proberen te overtuigen. We spraken verder samen. Jij gaf aan dat God niet zo van tattoo’s houdt maar dat Hij jou dat wel vergeeft. Toch denk ik dat dat anders zit. Jij bereikt door je tattoo’s juist mensen die ik nooit zou kunnen bereiken. God gebruikt ons allemaal, op een plek en wijze die bij ons past. Ik vertelde jou dat je echt een licht bent in de donkere wereld waarin jij leeft omdat jij het Licht in je hebt. Dat God jou gebruikt heeft om het leven van je neef te redden. Ik mocht voor je bidden. Na het gebed strekte je je armen naar boven ‘het is altijd zo heerlijk als er iemand voor je bidt.’ In de tent ging jij nog even een kaarsje branden en toen scheidden onze wegen zich weer…

Onderweg naar huis klonk het lied ‘Jezus overwinnaar’ op de radio. Ik moest aan jou denken en heb dit lied over jouw leven uitgebeden:

‘Dood, waar is je macht? Waar is je prikkel gebleven? Jezus leeft en jij zult leven!”

Een paar weken later…

Ik moet nog vaak aan jou denken. Ik vraag me dan af hoe het met je gaat. Of onze ontmoeting net zoveel voor jou heeft betekend als voor mij? Heeft het jou ook laten zien hoe kortzichtig je soms kan zijn? Dat je als mens zo naar de buitenkant kijkt? Dat je jouw beeld van de ander al vormt zonder een woord gewisseld te hebben? Dat het je leven juist zo verrijkt om met een open blik naar de ander te kijken? Om door Gods ogen naar de ander te kijken? Heb jij ook al zoveel mensen verteld over onze ontmoeting? Hoop en bid je dat onze ontmoeting hen net zo raakt zoals het jou geraakt heeft?

One day we’ll meet again.

Dan zal ik een antwoord krijgen op al deze vragen…